Mi-vlinder – de heks onder de nachtvlinders

Brecht Vlaminck – student groenmanagement HOGENT

De Mi-vlinder is een dagactieve nachtvlinder die vliegt van april tot eind juli in één generatie. De soort behoort tot de familie van de Spinneruilen. Dat is een familie van nachtvlinders die pas in 2011 werd beschreven . Tot deze familie behoren o.a. de beervlinders en de donsvlinders en enkele overige vlinders die hiervoor tot de familie van de uilen behoorden.

Mi-vlinder is een niet al te grote nachtvlinder met een vleugellengte van 13 tot 16 mm en is te herkennen aan zijn grijzige voorvleugels met een opvallend patroon van bruine, lichtbruin omrande vlekken.

Wie goed kijkt kan in deze vlekken het hoofd van een oude dame of heks herkennen met een lange vooruitstekende neus. Vandaar ook de Engelse benaming ‘Mother Shipton’. In rust houdt deze nachtvlinder zijn vleugels vaak gespreid. Dit is één van de redenen waarom deze vlindersoort niet meer tot de familie van de uilen behoort. Uilen houden in rust de vleugels immers dakvormig boven het lichaam gevouwen.

Een andere soort met een overlappende vliegperiode die vaak verward wordt met de mi-vlinder is de aardbeivlinder, een dagvlindersoort van o.a. heischrale graslanden. Aardbeivlinders zijn te herkennen aan het patroon van zwart witte vlekjes en het heksenmotief is afwezig.

De rups van de mi-vlinder wordt ongeveer 38 mm groot, heeft een slank geel of wittig lichaam en is onbehaard. Opvallend is de brede witte zijlijn aan de zijkant van het lichaam die doorloopt op de zijkant van de kop. De rups is vooral s ’nachts actief en overdag rust hij op de waardplant (dit kunnen diverse kruidachtigen en grassen zijn zoals klaver en pijpenstrootje).

Je vindt Mi-vlinders dus overdag (vooral op zonnige dagen) vanaf april in onder andere graslanden, bloemrijke weilanden en wegbermen. In België is het een vrij zeldzame soort , maar in de Kempen en in Oost-Brabant is hij eerder algemeen.

Vorige Volgende