Bibliotheek
Design

HerBioGras – wat meten we?

14 januari 2024

Binnen het HerBioGras-experiment onderzoeken we hoe biodiverse graslanden meest efficiënt hersteld kunnen worden. We bestuderen het effect van de verschillende beheermaatregelen op (i) de snelheid van herstel van biodivers grasland en op (ii) de ecosysteemdiensten die graslanden in herstel kunnen leveren.

Studenten knippen de vegetatie in een vierkant van 0,5m op 0,5m. Aan de hand van deze stalen worden de biomassaproductie en de afvoer van nutriënten bepaald. Ook de voederkwaliteit wordt op deze stalen geanalyseerd. Foto: An De Schrijver

Scrol door de verschillende metingen die we uitvoeren

Biomassa van de vegetatie

We bestuderen hoeveel ton hooi geproduceerd wordt. Dat is nodig om de afvoer van nutriënten uit de bodem te kwantificeren. Daarmee Hebben we meteen ook gegevens over de productiviteit, wat interessant is voor landbouwers.

Afvoer van P uit de bodem

Om biodiverse graslanden te herstellen is het vaak nodig om de bodem te verschralen. Vooral fosfor (P) moet uit de bodem gehaald worden. We nemen regelmatig bodemstalen om te meten hoe snel de bodem verschraalt.

De ontwikkeling van de vegetatie

We doen elk jaar vegetatieopnames, waarbij we in de proefvlakken opvolgen welke soorten er voorkomen, en in welke bedekking. Zo leren we hoe snel biodivers grasland zich kan herstellen, en welke beheertechniek daar meest optimaal voor is.

De voederkwaliteit van het hooi

De biomassastalen worden ook geanalyseerd op voederkwaliteitsparameters. Zo worden o.a. de de gehaltes ruw eiwit, ruw celstof en suikers geanalyseerd, en worden berekeningen gemaakt van darmverteerbaar eiwit (DVE) en voedereenheid melk (VEM).

De beeldwaarde van graslanden in herstel

We onderzoeken de beeldwaarde van (biodivers) grasland voor het brede publiek aan de hand van een online bevraging en door bevragingen in het veld. We tonen verschillende graslandfases en vragen mensen welke ze het mooiste vinden.

De aantrekkelijkheid voor bestuivers

In de zomer van 2022 noteerden we elke twee weken de bloeiende kruiden om de bloeiboog te karakteriseren. We berekenen ook per proefvlak de diversiteit aan bloemvormen en het potentiële aanbod van nectar en pollen.