Bibliotheek

HerBioGras – bodem onder de loep

13 januari 2024

Citeren als

De Schrijver An & Margot Vanhellemont (2024). HerBioGras – bodem onder de loep. Website www.biodiversgrasland.be en www.biodiversgrasland.nl – HOGENT.

De bodem is van cruciaal belang voor planten. In de bodem groeien de wortels, waar ze water en voedingsstoffen vinden. De textuur, de hoeveelheid voedingsstoffen en de bodemzuurtegraad bepalen in belangrijke mate welke planten op een bepaalde plek kunnen groeien, en dus ook welk graslandtype mogelijk is.

Wanneer een perceel in landbouwgebruik was, werden door bemesting hoge hoeveelheden stikstof en fosfor toegediend. Na het stopzetten van de bemesting spoelt stikstof vrij snel uit, maar blijf fosfor persistent in de bodem aanwezig. Vooral fosfor vormt daarom vaak een belangrijk knelpunt bij het herstel van biodiverse graslanden. Maar ook stikstof vormt nog altijd een probleem. Er komt immers nog altijd te veel stikstof in de natuur via atmosferische deposities.

Biodiverse graslanden worden gekenmerkt door een lage beschikbaarheid aan voedingsstoffen. Inzicht krijgen in de bodem is daarom erg belangrijk om te kunnen inschatten wat de potentie is om biodivers grasland te herstellen.

Methode

In maart 2017, vóór de start van het experiment, werd in elk proefvlak bodem van de bovenste 25 cm verzameld (in totaal dus 90 stalen = 3 locaties x 30 proefvlakken). De bodemstalen werden genomen met een gutsboor van 3 cm breedte. Er werden per proefvlak 4 stalen genomen die gemengd werden, gedroogd bij 40°C, gemalen en gezeefd over een maaswijdte van 2 mm. Daarna werden ze chemisch geanalyseerd op een hele reeks bodemparameters: bodemzuurtegraad (pH), totaal gehalte aan calcium, koolstof, ijzer en stikstof; en concentratie van bodemfosfor in verschillende fracties: biobeschikbaar, traag-circulerend en totaal fosfor.

Voor drie monsters per locatie werd de bodemtextuur bepaald door laserdiffractie bij het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO): % klei (0,4-2 μm), % slib (2-50 μm) en % zand (50 μm – 2 mm) werden bepaald.

In 2022 werden op nieuw bodemstalen genomen, op dezelfde manier als in 2017. Deze stalen werden geanalyseerd op bodemzuurtegraad, totaal gehalte aan koolstof, biobeschikbaar en traag-circulerend fosfor.

Textuur van de bodem

De drie proeflocaties hebben een vergelijkbare textuur: lemig zand in Makkegem en Melle, zand in Gentbrugge. Ze verschillen echter sterk in P-concentraties, in bodemzuurtegraad en in koolstofgehalte van de bodem. Dat hangt voor een groot deel samen met het vroegere gebruik van de percelen.

De drie plots per onderzoekslocatie waarvoor de bodemtextuur werd geanalyseerd in de USDA-bodemtextuurdriehoek. Figuur: Margot Vanhellemont

Fosfor in de bodem

Fosfor komt in de bodem voor in verschillende vormen. Grofweg kunnen we drie fracties onderscheiden: biobeschikbaar P, traag circulerend P en omsloten P. Samen vormen ze de totale P pool van de bodem.

Het voor biota (planten en microbiota) beschikbaar P wordt aangeduid met de term ‘biobeschikbaar P’ en kan gemeten worden met de Olsen-P-methode. Deze fractie wordt aangevuld vanuit de pool met traag-circulerend P. Deze pool wordt gemeten met de oxalaat-P-methode. Oxalaat P en Olsen-P zijn dus in evenwicht. Tenslotte is er de omsloten P-pool. Deze P-pool bestaat uit P-verbindingen die sterk vastzitten in de bodem en die wellicht niet beschikbaar kunnen komen voor biota. ​

De drie belangrijke P-pools in de bodem: de bio-beschikbare pool kan gebruikt worden door planten binnen één groeiseizoen, de traag-circulerende pool kan beschikbaar worden voor planten op de lange termijn en van de omsloten pool wordt verondersteld dat deze geen/een geringe invloed heeft op plantengroei.
Klik op de figuren om meer gedetailleerde informatie te vinden over P in de HerBioGras-proefvlakken