Citeren als:
An De Schrijver & Aaron De Decker (2025). HerBioGras – set-up van het experiment. Website HOGENT: www.biodiversgrasland.be en www.biodiversgrasland.nl
Binnen HerBioGras vergelijken we verschillende technieken om biodivers grasland te herstellen.
In maart 2017 installeerden we een blokkenproef (zie Figuur 1) op drie sites, gelegen in de buurt van Gent (Gentbrugse Meersen, Makkegemse bossen, Wilde Westen op campus Tectura te Melle). De drie sites waren bij de start van het experiment al enkele jaren in graslandbeheer, maar werden in het verleden ook gebruikt als akker. We verzamelden gedetailleerde informatie over de voorgeschiedenis van deze percelen, over de bodem en over de hydrologie.

In de plots worden verschillende hersteltechnieken uitgetest, afzonderlijk of gecombineerd. Verschillende maaitechnieken en uitmijnen worden al dan niet gecombineerd met twee methodes voor herintroductie van sleutelsoorten. Ook wordt uitgetest of het strippen van de graszode kan bijdragen aan een versneld herstel van biodivers grasland.
1. Maaitechnieken
We testen verschillende maaitechnieken uit. Met maaien wordt de vegetatie op regelmatige tijdstippen afgesneden en afgevoerd, waardoor de in de planten opgenomen nutriënten ook uit het ecosysteem verdwijnen. Hierdoor wordt de bodem armer aan voedingsstoffen (= verschralen).
Het aantal maaibeurten en het tijdstip van maaien kan je laten variëren, afhankelijk van de productiviteit van de vegetatie. In HerBioGras testen we twee verschillende manieren van maaien uit. Daarnaast experimenteren we ook met de techniek van uitmijnen.
✂️ 2x maaien – standaard maaibeheer
In deze proefvlakken (groen omlijnd in bovenstaande figuur) wordt twee keer gemaaid: een eerste keer half juni, vlak nadat de meeste plantensoorten zijn uitgebloeid, en een tweede keer voor de winter. Deze behandeling representeert het beheer dat in vele natuurgebieden standaard wordt uitgevoerd.
✂️ 3x maaien – maaien met vroege maaibeurt
In deze proefvlakken (blauw omlijnd) wordt drie keer gemaaid, een eerste maaibeurt in de eerste helft van mei, een tweede maaibeurt in de nazomer en dan nog een derde maaibeurt voor de winter. Met dit beheer wordt uitgetest of een eerste vroege maaibeurt de dominantie van grassen kan doorbreken.
✂️ Uitmijnen
De proefvlakken (geel omlijnd) worden bemest met stikstof en kalium om zo de productie van gras en dus ook de afvoer van fosfor te maximaliseren. Hierbij vinden jaarlijks zo veel mogelijk maaibeurten (minstens 4) plaats.
2. Sleutelsoorten herintroduceren
Om verdwenen soorten terug te brengen kunnen deze getransloceerd of geherintroduceerd worden. Dat kan via het opbrengen maaisel van zogenaamde donorgraslanden, of via zaad. Vooraf kan de bodem al dan niet gestript worden.
🌼Strippen van de vegetatie voor herintroductie
Om kieming en vestiging van plantensoorten te bevorderen werd in de plots met behandeling ‘strippen’ (bruin omlijnde plots op figuur 1) de grasmat verwijderd met een een graszodensnijder. Hiermee testen we of het herintroduceren van zaden best op een naakte bodem gebeurt, of ook kan uitgevoerd worden in een bestaande grasvegetatie.
🌼Herintroductie met maaisel
We haalden in de maand juni maaisel in biodiverse ‘donorgraslanden’ uit de regio en strooiden dit hooi uit in de helft van de plots met behandeling ‘herintroductie’. Het maaisel dat verzameld werd kwam uit plots die even groot waren als plots waarin het maaisel werd ingebracht.
🌼Herintroductie met zaad
We kochten zaad van negentien plantensoorten sleutelsoorten van biodiverse graslanden bij Cruydt-Hoeck. In de helft van de plots met behandeling ‘herintroductie’ werd een zaadmix van deze 19 soorten ingezaaid. In 2017 werd 2.0 g/m² ingezaaid, in 2018 1,9 gram zaad/m².
🌼Bodem
We verzamelden grond van de bovenste 10 cm van goed ontwikkelde graslanden, verkruimelden de verzamelde grond en strooiden deze met een dichtheid van 0,3 l per m² over de geselecteerde plots. Dit werd uitgevoerd in oktober 2017 en 2018.
Graag meer info?
Lees onze gedetailleerde beschrijving van het experiment (Engelstalig)