Citeren als:
Lennert Bruyland – student groenmanagement HOGENT – Andreas Demey, Aaron De Decker en An De Schrijver. Grote, kleine of harige ratelaar. Hoe herken je ze? Website HOGENT www.biodiversgrasland.be en www.biodiversgrasland.nl
Ratelaars zijn erg bijzondere planten. Ze zijn mooi, leveren nectar aan insecten en zijn door hun halfparasitaire karakter belangrijke ‘ecosysteemingenieurs’ in een grasland.
Hoe te herkennen?
In Vlaanderen en Nederland komen drie soorten ratelaars voor: grote ratelaar (Rhinanthus angustifolius), kleine ratelaar (Rhinanthus minor) en harige ratelaar (Rhinanthus alectorolophus). Ze behoren tot de Bremraapfamilie (Orobanchaceae).
Ratelaars kan je herkennen aan
- de vierkantige stengels
- de kruisgewijs tegenoverstaande, scherpe, getande bladeren
- de symmetrische bloemen met een opgeblazen kelk
- de gele boven- en onderlip
- de bovenlip heeft tanden.
Grote en kleine ratelaar zijn het moeilijkste van elkaar te onderscheiden. De beste onderscheidende kenmerken zijn de lengte van de bloemkroon en de lengte van de tanden op de bovenlip (Eggelte et al., 2015; Jacobs, 2023; Weeda et al., 1988).
- De gele bloemkronen van grote ratelaar zijn langer dan 1,5 cm en hebben paarse (soms witte) tanden aan de bovenlip die langer zijn dan 1 mm, meestal 2mm.
- De gele bloemkronen van kleine ratelaar zijn kleiner dan 1,5 cm en hebben korte (meestal witte) tanden die maximaal 1 mm lang zijn.
- Bij harige ratelaar is de groene kelk sterk behaard
In welk biotoop komen ze voor?
De drie soorten ratelaars hebben eigen voorkeuren qua standplaats – zie de fiches hiernaast.
Grote en Kleine ratelaar zijn sleutelsoorten van laaggelegen schrale hooilanden (Habitattype 6510). Kleine en harige ratelaar zijn sleutelsoorten voor kalkminnende graslanden (Habitattype 6120).
Bronnen
Eggelte, H., Tande Lid, D., & Ebregt, A. (2015). Veldgids Nederlandse Flora. KNNV Uitgeverij – vereniging voor veldbiologie.
Jacobs, A. (2023). De wilde planten van België. Lannoo.
Tyler, T., Herbertsson, L., Olofsson, J. & Olsson, P.A. (2021). Ecological indicator and trait values for Swedish vascular plants. Ecological Indicators 120, 106923.
Weeda, E. J., Westra, R., Westra, C., & Westra, T. (1988). Nederlandse oecologische Flora. Wilde planten en hun relaties. Deel 3. (Vol. 3). IVN in samenwerking met VARA en VEWIN.