Bibliotheek

Kan ratelaar de bodem sneller voedselarm maken?

08 december 2024

Ratelaars parasiteren op grassen en vlinderbloemigen door met hun wortels water en voedingsstoffen af te tappen van vooral grassen en vlinderbloemigen. Kruiden blijken minder gevoelig te zijn (zie dit artikel). Als halfparasiet gaat ratelaar niet erg efficiënt om met nutriënten. Ze hebben hoge transpiratiesnelheden en tappen constant water en nutriënten af van hun gastheer, die daardoor verzwakt. De concentratie aan nutriënten in hun biomassa kan daardoor hoger zijn dan in andere grassen en kruiden in de vegetatie (Ehleringer & Marshall 1995). We zochten voor het natuurgebied De Gulke Putten uit welke impact een hoger aandeel ratelaar in de vegetatie heeft op de afvoer van nutriënten. Kan ratelaar in de vegetatie de bodem sneller voedselarm maken?  

In het natuurgebied Gulke Putten wordt gewerkt aan herstel van biodiverse graslanden. Grote ratelaar speelt daar ook haar rol. Foto: Eckhart Kuijken

Daartoe verzamelden we in juni en augustus 2018 vers maaisel in 31 proefvlakken uitgelegd in acht graslanden van het natuurgebied de Gulke Putten (De Schrijver et al., 2020). De proefvlakken varieerden sterk in hun aandeel grote ratelaar. Voor elk proefvlak werden de grassen, de kruiden en de ratelaar apart gesorteerd, gewogen en chemisch geanalyseerd op fosfor (P), stikstof (N) en kalium (K)  

De nutriëntenconcentraties in het maaisel tonen aan dat grote ratelaar gemiddeld hogere concentraties aan fosfor en kalium bevat, maar lagere concentraties stikstof, dan het maaisel van andere kruiden of van grassen (zie onderstaande figuur). Zoals te zien valt in de figuur bestaat er wel een grote variatie tussen de verschillende proefvlakken.  

Grote ratelaar bevat gemiddeld meer fosfor en kalium dan grassen en andere kruiden, en minder stikstof in vergelijking met andere kruiden

Maar hogere nutriëntenconcentraties betekenen nog niet automatisch dat wanneer er gemaaid wordt ook meer nutriënten worden afgevoerd. Proefvlakken met een hoger aandeel grote ratelaar bleken immers een lagere biomassaproductie te hebben (zie onderstaande figuur). Ook in een experiment van (Demey et al., 2013) zorgde wieden van grote ratelaar voor een 24% hogere biomassaproductie vergeleken met proefvlakjes waarin ratelaar niet verwijderd werd.

Deze daling in biomassa resulteerde zo in een significant lagere afvoer van fosfor en stikstof, maar gaf geen verschil voor de afvoer van kalium (zie onderstaande figuur). Waar bij een verschuiving van grassen naar kruiden (zonder ratelaar) de lagere biomassaproductie wél gecompenseerd wordt door de hogere concentraties fosfor in kruiden (De Schrijver et al., 2020), is dit niet het geval voor het effect van grote ratelaar. De hogere fosforconcentraties in grote ratelaar blijken onvoldoende om de sterke daling in biomassaproductie te compenseren. Een hoger aandeel grote ratelaar lijkt verschraling in juni dus eerder tegen te werken. Door de sterke variatie in bedekking van Grote ratelaar van jaar tot jaar (Ameloot et al., 2006), kan de fosforafvoer verder ook nog sterk schommelen tussen de jaren. Interessant is dat de stikstof die vrijgesteld wordt door afgevallen blaadjes van grote ratelaar vooral opgenomen worden door soorten die geen goede gastheer zijn, zoals reukgras, veldzuring en echte koekoeksbloem (Demey et al. 2013).

De totale afvoer van biomassa, fosfor, stikstof en kalium in elk proefvlak in juni, uitgezet ten opzichte van het percentage grote ratelaar in de droge biomassa

Grote ratelaar in de vegetatie lijkt dus geen effect te hebben op de verschraling van de bodem. Maar ratelaar heeft door zijn parasitaire werking op grassen wel op een andere manier impact op de vegetatie. Dat bespreken we in dit artikel.

Bronnen

Ameloot, E., Verheyen, K., Bakker, J. P., De Vries, Y., & Hermy, M. (2006). Long‐term dynamics of the hemiparasiteRhinanthus angustifoliusand its relationship with vegetation structure. Journal of Vegetation Science, 17(5), 637-646. https://doi.org/10.1111/j.1654-1103.2006.tb02487.x

De Schrijver, A., Vanhellemont, M., Vangansbeke, P., Demey, A., De Haes, S., Wygaerts, L., Schietekatte, S., Lenaerts, Y., Dhoore, M., Van Maele, A., Verscheure, C., & Kuijken, E. (2020). Verschralen richting bloemrijk hooiland. Lessen uit praktijkgericht onderzoek. Natuur.focus, 19(1), 4-9.

Demey, A., Ameloot, E., Staelens, J., De Schrijver, A., Verstraeten, G., Boeckx, P., Hermy, M., & Verheyen, K. (2013). Effects of two contrasting hemiparasitic plant species on biomass production and nitrogen availability. Oecologia, 173(1), 293-303. https://doi.org/10.1007/s00442-013-2602-2