Bibliotheek
Kijker

Wat doet een vroege maaibeurt in mei met de kruiden en met de plantendiversiteit?

26 juli 2024

Citeren als

De Schrijver An, Aaron De Decker & Andreas Demey. Wat doet een vroege maaibeurt met de kruiden en met de plantendiversiteit? Website HOGENT – www.biodiversgrasland.be en www.biodiversgrasland.nl

Een vroege maaibeurt in de eerste helft van mei zorgt voor een lagere bedekking van dominante grassen. Zie dit artikel. Maar wat doet het met de kruiden? En met de plantendiversiteit? Herstellen kruiden van zo’n vroege maaibeurt? En houden ze stand in de tijd?

Om deze vragen te beantwoorden vergeleken we de vegetatiesamenstelling bij een vroege (begin mei) versus een late (eind juni) eerste maaibeurt. Uit onze analyses blijkt dat een vroege maaibeurt vaak een gunstig effect heeft op kruiden of op de plantendiversiteit. We tonen het hier aan de hand van een aantal grafieken.

Beeld van met zaad geïntroduceerde proefvlakken te Makkegem met een vroege maaibeurt op 14/6/2024 (foto links) en op 22/7 (foto rechts). Eind juli staan dus nog heel wat kruiden mooi in bloei. De foto in het midden is een proefvlak dat pas eind juni gemaaid wordt en een veel grassiger en minder divers beeld geeft.

Vroeg maaien maakt de grassen letterlijk en figuurlijk een kopje kleiner. Er komen zo meer kiemingsplekken en groeimogelijkheden voor kruiden.

De bedekking met kruiden is vergelijkbaar of hoger bij een vroege eerste maaibeurt begin mei (blauwe bolletjes en lijnen) dan bij een late eerste maaibeurt eind juni (groene bolletjes en lijnen).

Een vroege maaibeurt blijkt ook vaak een gunstig effect te hebben op het aantal plantensoorten.

Het aantal plantensoorten is bij een vroege eerste maaibeurt begin mei (blauwe iconen en lijnen) gelijk of hoger dan bij een late maaibeurt eind juni (groene iconen en lijnen).

Ook typische sleutelsoorten profiteren mee. Zowel het aantal als de bedekking evolueren gunstig wanneer vroeg gemaaid wordt.

De bedekking met sleutelsoorten is in alle drie de sites vergelijkbaar of hoger bij een vroege eerste maaibeurt (blauwe iconen en lijnen) begin mei dan bij een late eerste maaibeurt (groene iconen en lijnen) eind juni.

De plantendiversiteit kan uitgedrukt worden aan de hand van de Shannon-Wiener-index. Hoe hoger deze index, hoe hoger de diversiteit. Een hoge diversiteit betekent dat er meer plantensoorten voorkomen, en dat ze ook mooi evenwichtig verdeeld zijn.

De Shannon-index is vergelijkbaar of hoger bij een vroege maaibeurt in vergelijking met een late maaibeurt.

Per beheermaatregel zijn er ook verschillen in plantendiversiteit tussen proefvlakken die niet en wel geïntroduceerd werden met sleutelsoorten.  De proefvlakken die geïntroduceerd werden met maaisel of zaad zijn veelal diverser en kruidenrijker dan de proefvlakken zonder introductie.

De geïntroduceerde kruiden kiemen dus beter wanneer vroeg gemaaid wordt en houden mooi stand. Sommige sleutelsoorten doen het wel beter dan andere. Dat bespreken we in dit artikel.

Welke data zijn gebruikt voor deze analyse?

De cijfers in dit artikel zijn voor het jaar 2024 voor de sites te Gentbrugge en te Makkegem. De data van de site te Melle worden hier buiten beschouwing gelaten omwille van de langdurige overstroming in het voorjaar van 2024. We volgen deze site wel verder op maar beschouwen deze proefvlakken niet meer als representatief voor het testen van de uitgevoerde beheermaatregelen.

Uitgevoerde beheermaatregelen

1/ 3xmaaien: drie maaibeurten, waarvan de eerste de eerste helft van mei – de tweede in de loop van augustus en de derde in oktober

2/ 2xmaaien: twee maaibeurten, waarvan de eerste eind juni/begin juli en de tweede in oktober.

3/ strippen + 2xmaaien: deze proefvlakken werden in 2017 en 2018 gestript = de graszode werd weggehaald met een graszodesnijder. Deze proefvlakken worden eveneens twee keer gemaaid met een eerste maaibeurt eind juni/begin juli.