Bibliotheek
Voederkwaliteit

Maaien in juni in plaats van in mei doet de voederkwaliteit kelderen.

07 juli 2024

Citeren als

De Schrijver An & Joos Latré (2024). Maaien in juni in plaats van in mei doet de voederkwaliteit kelderen. Website HOGENT, www.biodiversgrasland.be en www.biodiversgrasland.nl

De kwaliteit van natuurmaaisel hangt sterk af van het maaitijdstip. Hoe langer gewacht wordt met de eerste snede, hoe lager de voederkwaliteit. In dit artikel bespreken we hoe de kwaliteit van natuurmaaisel vermindert wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Wachten met maaien tot eind juni zorgt wel voor een hoge biomassa, maar weinig kwaliteitsvol maaisel. Foto via Pixabay

Hoe langer gewacht wordt met het maaien van de eerste snede, hoe ouder en hoe fenologisch ‘rijper’ de vegetatie wordt. Grassen en kruiden trekken tijdens en na de bloei en zaadzetting een groot aandeel van hun nutriënten terug naar de wortels om zo voldoende reserves te hebben voor het volgende groeiseizoen. De bovengrondse vegetatie wordt dan bruiner en houtiger. Er zit een hoger aandeel lignine en structurele koolhydraten in de bovengrondse biomassa, en de verteerbaarheid en de voederkwaliteit nemen af.

Maaien in juni versus maaien in mei

Verteerbaarheid

het percentage van het natuurmaaisel dat kan worden afgebroken en opgenomen door de spijsvertering van het dier neemt sterk af wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni. De verteerbaarheid daalt doordat de eiwitgehaltes dalen en het aandeel ruw celstof stijgt. 

Ruwe celstof

een maat voor de hoeveelheid onverteerbare vezels in veevoeder, voornamelijk bestaande uit cellulose en lignine. Wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni stijgt het aandeel ruwe celstof. Deze vezels bevorderen de spijsvertering en darmgezondheid bij dieren, maar leveren weinig directe voedingswaarde.

Voedereenheid melk = VEM

een maat voor de energie-inhoud van veevoeder, specifiek bedoeld om de melkproductie bij melkvee te ondersteunen. De VEM geeft aan hoeveel energie het voeder levert die beschikbaar is voor de productie van melk. Wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni daalt de VEM-waarde sterk.

Ruw eiwit

een maat voor de totale hoeveelheid eiwit, inclusief zowel de daadwerkelijk beschikbare eiwitten als die welke minder goed verteerbaar zijn; het is een belangrijke indicator voor de voedingswaarde en ondersteunt de groei, melkproductie en algehele gezondheid van het dier. Het gehalte ruw eiwit halveert wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Darmverteerbaar eiwit

de hoeveelheid eiwit die na vertering in de pens en dunne darm daadwerkelijk wordt opgenomen door het dier; het is een essentiële maat voor de kwaliteit en effectiviteit van het eiwit in het voeder voor groei en melkproductie. Net zoals het gehalte ruw eiwit neemt het gehalte darmverteerbaar eiwit dus sterk af wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Suikers

dit zijn gemakkelijk verteerbare koolhydraten die snel energie leveren aan het dier. Suikers zijn essentieel voor het ondersteunen van de directe energiebehoeften en het bevorderen van de smaak van het voeder. Het suikergehalte neemt sterk af wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Calcium

is een essentieel mineraal dat cruciaal is voor de opbouw en het behoud van sterke botten en tanden bij dieren. Zeker bij melkvee is de calciumbehoefte hoog, vooral rond de periode van het afkalven. Het calciumgehalte van natuurmaaisel neemt gemiddeld met 25% af wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Fosfor

is een cruciaal mineraal voor de opbouw en het onderhoud van sterke botten en tanden bij dieren. Daarnaast speelt fosfor een belangrijke rol in het energiemetabolisme, waarbij het helpt bij de opslag en het gebruik van energie in cellen. Het fosforgehalte neemt af met zo’n 30% wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Kalium

is een essentieel mineraal in veevoeder omdat het helpt bij het handhaven van de ionenbalans in de cellen. Het speelt een belangrijke rol in de spier- en zenuwfunctie, waaronder de contractie van de spieren en de zenuwgeleiding. Het kaliumgehalte neemt af met zo’n 40% wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Magnesium

is een belangrijk mineraal in veevoeder omdat het essentieel is voor een goede spier- en zenuwfunctie, waardoor krampen en spierstijfheid worden voorkomen. Bovendien ondersteunt magnesium de botgezondheid. Het gehalte aan magnesium blijft gelijk wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Natrium

is een essentieel mineraal in veevoeder omdat het helpt bij het handhaven van de vocht- en elektrolytenbalans in het lichaam, wat cruciaal is voor hydratatie en de juiste werking van cellen. Het speelt een belangrijke rol in de spier- en zenuwfunctie. Het natriumgehalte verandert niet wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Uiteraard telt voor een landbouwer niet alleen de kwaliteit, maar ook de kwantiteit van het ruwvoeder. Een maaibeurt in mei levert gemiddeld aanzienlijk minder hooi op dan een maaibeurt in juni. In HerBioGras werd in mei gemiddeld 2 ton/ha.j geoogst, tegenover 5,3 ton/ha.j bij maaien in juni.

Bij een vroege maaibeurt in mei is het dan ook aangewezen om later in de zomer nog een tweede maaibeurt in te plannen, bijvoorbeeld in augustus. Die levert in HerBioGras gemiddeld nog eens 4,1 ton/ha.j op.

Wat dit concreet betekent voor de totaalbalans in voederwaarde bij twee- of driejarige maairegimes, bespreken we in dit artikel. Ook de maaibeurt in oktober, die cruciaal is voor het winterbeheer, komt daarbij aan bod – zowel in termen van kwaliteit als opbrengst.

 

Voor meer informatie over de voederwaardes - klik op de figuur om deze te vergroten.