Citeren als
De Schrijver An & Joos Latré (2024). Maaien in juni in plaats van in mei doet de voederkwaliteit kelderen. Website HOGENT, www.biodiversgrasland.be en www.biodiversgrasland.nl
De kwaliteit van natuurmaaisel hangt sterk af van het maaitijdstip. Hoe langer gewacht wordt met de eerste snede, hoe lager de voederkwaliteit. In dit artikel bespreken we hoe de kwaliteit van natuurmaaisel vermindert wanneer gewacht wordt met maaien tot eind juni.

Hoe langer gewacht wordt met het maaien van de eerste snede, hoe ouder en hoe fenologisch ‘rijper’ de vegetatie wordt. Grassen en kruiden trekken tijdens en na de bloei en zaadzetting een groot aandeel van hun nutriënten terug naar de wortels om zo voldoende reserves te hebben voor het volgende groeiseizoen. De bovengrondse vegetatie wordt dan bruiner en houtiger. Er zit een hoger aandeel lignine en structurele koolhydraten in de bovengrondse biomassa, en de verteerbaarheid en de voederkwaliteit nemen af.
Maaien in juni versus maaien in mei
Uiteraard telt voor een landbouwer niet alleen de kwaliteit, maar ook de kwantiteit van het ruwvoeder. Een maaibeurt in mei levert gemiddeld aanzienlijk minder hooi op dan een maaibeurt in juni. In HerBioGras werd in mei gemiddeld 2 ton/ha.j geoogst, tegenover 5,3 ton/ha.j bij maaien in juni.
Bij een vroege maaibeurt in mei is het dan ook aangewezen om later in de zomer nog een tweede maaibeurt in te plannen, bijvoorbeeld in augustus. Die levert in HerBioGras gemiddeld nog eens 4,1 ton/ha.j op.
Wat dit concreet betekent voor de totaalbalans in voederwaarde bij twee- of driejarige maairegimes, bespreken we in dit artikel. Ook de maaibeurt in oktober, die cruciaal is voor het winterbeheer, komt daarbij aan bod – zowel in termen van kwaliteit als opbrengst.